Tweede vlucht
Tijdens onderhandelingen over een mogelijk tweede vlucht spreekt Charles de Lambert over een probleem: zijn moeder in Parijs is ernstig ziek en hij wilt niet vliegen wanneer haar toestand zou zijn verergerd. Gelukkig komt er telegrafisch vanuit de lichtstad een geruststellend bericht. Slechte weersomstandigheden beletten hem evenwel op dinsdag 29 juni 1909 voor een tweede maal boven de Klappenbergse Heide te vliegen. Zeven dagen later, dus op 6 juli 1909, overlijdt zijn moeder in Neuilly-sur-Seine, Frankrijk.
Zij maakten van Etten-Leur de wieg van de Nederlandse luchtvaart v.l.n.r.
Jos J. Schürmann (impresario te Parijs), Charles graaf de Lambert,
S.C.J. Heerma van Voss, Michel Clémenceau (oprichter en directeur van
Société ARIEL; verkoopmonopolie van Wright-toestellen) alsmede
Eugène Lefebvre (ingenieur en technisch brein van Charles de Lambert;
leert zichzelf bij Den Haag vliegen; eerste piloot-slachtoffer
als gevolg van crash te Juvisy op 7 september 1909)
Afb. 7-15
In een brief (waarschijnlijk aan ene André Menard) van 3 september 1962 verwijst Michel Clémenceau op 89-jarige leeftijd naar bovenstaande foto. Uit kennelijke vergeetachtigheid schrijft hij dat hem “le barbu”, Heerma van Voss dus, onbekend is. Ook verwart hij de impresario met een mecanicien. Hij haalt aan dat degene die als eerste de Eiffeltoren overvloog graaf de Lambert was “sur un de mes appareils” (“op een van mijn toestellen”).
Afb. 7-16
In oktober 1908 kondigt vaste gast in de stad Pau, lord Alfred Northcliffe, wiens Daily Mail krant al meer dan twee jaar luchtvaartprijzen heeft uitgeloofd, een prijs aan van £ 1.000 voor iedereen die erin zal slagen het Kanaal per vliegtuig over te steken. De Londense krant biedt Wilbur Wright, voor de hand liggend de man die het moet doen, £ 1.000 extra aan als hij de prijs wint. Maar vanuit de V.S., waar hij is gebleven, raadt Orville zijn oudere broer aan het aanbod af te slaan omdat hij weinig trek heeft in een schouwspel van het boven water vliegen terwijl hij meer geld kan verdienen met het verkopen van zijn eigen vliegtuigen.
Dit was niet de houding van Europese vliegers. Na zijn huzarenstukje in Nederland begeeft graaf de Lambert, die twee ‘Wright Flyer’ tweedekkers bezit, zich begin juli 1909 naar het strand van Wissant, Pas-de-Calais, eveneens bereid aan deze proef deel te nemen. Ook Hubert Latham, een in Engeland geboren en opgeleide Fransman die over een ‘Antoinette IV’ eendekker beschikt en Louis Blériot die, op bezoek bij vrienden planters in Haïti, een belangrijke lening krijgt om zijn ‘Blériot XI’ eendekker met Anzani motor te betalen, zijn reeds ter plaatse en bereiden zich voor de uitdaging van de Daily Mail aan te nemen.
Ansichtkaart verzonden naar “Dordrecht Les Pays Bas” en voorzien van
bijschrift “Deze kaart is er ws net zo snel als dit vliegtuig”
uitgave: Librairie Militaire Guérin, Mourmelon
Afb. 7-17
Afb. 7-18
Latham vliegt als eerste, maar een elektrisch probleem dwingt hem op zee te landen. De redders treffen hem aan rustig in zijn vliegtuig gezeten een sigaret rokend temidden van de golven. De opeenvolgende gevallen van motorpech die Charles de Lambert moet doorstaan ruimen het veld voor Blériot (die Amerikanen een ‘jinx’ – iemand die ongeluk brengt – zouden noemen en die zich tijdens de proefnemingen ernstig aan een voet verbrandt) die – iedereen weet het – op zondag 25 juli 1909 om 05:18 de heldendaad van de eerste oversteek van het Kanaal voltooit met een vlucht van 35 kilometer in 23 minuten. ‘England’s isolation has ended once and for all’ schreef een Engelse krant.
Louis Blériot, zijn per torpedojager ‘Escopette’ overgestoken echtgenote
en Charles de Lambert – op vleugel leunend – genietend van de triomf
Dover, Northfall Meadow, zondag 25 juli 1909
Afb. 7-19
Monument op terrein aangeboden door de familie Hochart Deletres onthuld op
16 juli 1911 in Blériot-Plage
woensdag 11 augustus 2004
Afb. 7-20
Afb. 7-21